Nieuw Sloten

wir-sind-das-volkWaar woon je? In Nieuw Sloten, zei ik altijd trots. Tot gisteren. Nieuw Sloten prominent in het nieuws, dat wil zeggen: de voetbalvereniging Nieuw Sloten. Flashback: mijn buurman,trotse vader van vier jongetjes, is met de twee oudsten aan het voetballen op het pleintje voor ons huis. 

Ik hoor veel gelach en geroep over en weer, kijk uit het raam. De jochies hebben donkerrood met zwarte trainingspakjes aan, achterop staat: Nieuw Sloten. Onze wijk! Als ik mijn buurman aanspreek als hij enigszins buiten adem met de bal onder zijn arm naar huis loopt, vertelt hij trots dat hij met een paar andere ouders het initiatief genomen heeft om in onze nieuwbouwwijk een eigen voetbalvereniging op te richten. Voetbalvereniging Nieuw Sloten werd geboren! Intussen is de buurman met zijn vier boys verhuisd naar Badhoevedorp.

Deze week vraag ik het me af: hoe oud zou die oudste nou zijn? 15, 16? Hij zou het toch niet zijn? Iemand die ik ken? Wie van de jongetjes uit de buurt komt  in aanmerking om zo agressief te zijn? De namen, gezichten, de houding waarmee ze rondhangen, veel te lange ledematen in uitgegroeide puberlijven. Stiekem betrap ik me erop dat ik hoop dat het toch niet iemand uit onze buurt is.

Vreemd genoeg schaam ik me. Wil ik Nieuw Sloten verdedigen. Niet de daders, maar de vaders. De gemeenschap van waaruit een voetbalclub geboren wordt. Net als de jongetjes van de buurman, en net als de jongens die dit gedaan hebben. En net als het een gemeenschap is waar nu iemand uit doodgetrapt is.

Dan gaat mijn compassie uit naar al die mensen die deel uitmaken van onze gemeenschappen. Inclusief, en onvoorwaardelijk.